In tegenstelling tot hetgeen ik u beloofde:geen column te presenteren in juli en augustus, toch enig letters van mijn hand; ik kan het moeilijk laten en u heeft de hele zomer om er over na te denken: ik wil u meevoeren in de controverse inzake: Gelukzoekers en vluchtelingen.

Iedere vrijmetselaar en daarmee elk weldenkend mens zal het met me eens zijn dat mensen die hun land moeten verlaten omwille van hun geloof, politieke gezindte, seksuele geaardheid, huidskleur, kleding en haardracht of meer van die zaken, vluchtelingen zijn die opgevangen moeten worden, maar wat te doen met mensen uit zogenaamde “veilige” landen: de “gelukzoekers”?

Nederland kent miljoenen gelukzoekers, denk maar aan de deelnemers aan de postcodeloterij, de vriendenloterij, de staatsloterij en de tientallen andere (il)legale kansspelen die de wereld rijk is. Ze azen allemaal op het ultieme geluk dat geld hen hoopt te schenken.

Weet u nog van de massale emigratie (vlak na de oorlog) naar Canada, de Verenigde Staten en Australië en daarvoor naar Zuid Amerika:allemaal: gelukzoekers en wat te zeggen van de duizenden immigranten uit Spanje, Italië en Turkije, arbeidsmigranten en gelukzoekers, maar we hadden ze keihard nodig. Denk aan de Indiëgangers; een beter leven in het vooruitzicht. Nog verder terug: de mannen die aanmonsterden op de schepen van de VOC. Allemaal gelukzoekers: heel ver terug: Abraham op zoek naar betere weidegronden en Mozes op weg naar het land van melk en honing het Beloofde Land.

Geluk zoeken is de mens dus niet vreemd. We hebben het naar te accepteren, het zit ons ingebakken. Waarom anderen kwalijk nemen wat jezelf verlangd? Ken uzelf en daarmee de ander, Zie de medemens en wil je in zijn schoenen staan?

Broeder Adrianus