Aan het begin van elk nieuw jaar zijn er weer mensen die zich goede dingen gaan voornemen in het nieuwe jaar te beginnen of te doen: zoals daar zijn: stoppen met roken; minder eten (om af te vallen); minder drinken (het wordt nu echt te veel en te vaak; die nare buurvrouw wat vaker groeten en misschien zelfs op de koffie vragen; vaker de loge bezoeken; vrouw en kinderen minder slaan.

 U begrijpt dat dit niet mijn voornemens zijn, maar algemene voorbeelden, wat de mijne dan wel zijn? Geen!!! Ik neem mij al jaren –zeg maar mijn hele leven- niets voor, als ik iets wil (een voornemen dus) dan doe ik dat. Doen is beter dan voornemen. In Noord-Friesland is dat: Dwaende. Een bekend Nederlands gezegde luidt immers: de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens.

 Halverwege januari de balans opmakend komt menigeen er achter dat het bij voornemen is gebleven. Dus nooit meer iets goeds willen? Als het niet bij willen blijft, is het prima!

 Als puber kwam ik in aanraking met onze broeder vrijmetselaar Goethe, en ik maakte zijn uitspraak:

“Ich hab’ mein Sach auf Nichts gestellt, d’rum ist’s so wohl mir in der Welt”

tot de mijne.

 Al jong kwam ik er achter, mede onder invloed van Bloem’s gedicht: De Dapperstraat: Alles is veel voor hen die niets verwachten.

 Het is wel makkelijk zo in het leven te staan en toch verwacht ik soms nog teveel van mijn broeders. Iets simpels: de respons op mijn columns voldoet niet aan mijn verwachtingen. Ik heb ze inderdaad te hoog gesteld (Gaat dit over broeders of columns? Beide!).

 Ik weet ook: goede wijn behoeft geen krans, maar niet alle wijnjaren zijn van dezelfde kwaliteit. Ik zal mijn verwachtingen bijstellen, zoniet wegpoetsen.

 Terug naar de voornemens: vaker de loge bezoeken. Ik ben redelijk trouw, maar veel sociale activiteiten in het Westen vinden op vrijdagavond (dan kan iedereen) plaats. Misschien getuigt het wel van “je doen kennen in het Westen als vrijmetselaar”, als je eens een logeavond overslaat en een bezoek brengt aan familie en/of vrienden of een avondje doorbrengt met collega’s, desnoods met je eigen vrouw (glad ijs, hoewel geen Elfstedentocht in het vooruitzicht).

 Vindt maar eens de juiste weg tussen ernst en luim. Ik heb het voor januari gedaan,

Broeder Adrianus