Ik weet het niet meer: maart zou zo mooi beginnen met de aangekondigde afloop van de pandemie, we zouden weer terug naar het “oude normaal”. De loge kwam al weer fysiek bij elkaar, behoudens een weeralarm (code rood). Het openbare leven kwam al weer langzaam op gang, valt ineens, niet de lente, maar Poetin Oekraïne in…

Eindelijk zou er een einde komen aan het feit dat als je positief bent, dat dat heel negatief is en omgekeerd, dus minder verwarring en dat is belangrijk in een tijd waarin veel verwarde mensen leven. Verwarring is er ook altijd bij de 1e en 3e graad met name bij leraren die vrijmetselaar zijn: een eerstegraads leraar verdient meer dan een derdegraads en voor derdegraads vrijmetselaars gaan meer deuren open dan voor eerstegraads. Maar dit probleem verdwijnt in het niet bij een slechte rentmeester die zijn territorium alleen maar wil uitbreiden.

In het midden van de jaren 80 van de vorige eeuw mocht ik op uitnodiging van de toeristische tak van het regiem Rusland bezoeken. (Men wilde dat ik met middelbare scholieren hun land, dat overigens schitterend is, meermalen zou bezoeken). Het is bij deze ene keer gebleven hoewel ik onder de indruk was van Moskou en de treinreis naar Leningrad, maar iets stond mij tegen: hetzelfde gevoel dat ik altijd had bij bezoeken aan andere Oosteuropese landen die onmiskenbaar onder Russische invloed stonden: ik voelde me unheimisch en heel erg onvrij, maar het fascineerde mij wel.

Wat zijn we dan gezegend dat we in Nederland wonen, desnoods in beperkte vrijheid.

Toeval of niet: laat ik nu net een boek aan het lezen zijn over de Krimoorlog (1854/55). Het is van Matthew Plampin en heet: De Straatfilosoof. Die titel verdient nadere uitleg [ik kocht het om de titel, niets van de betekenis wetende]: een straatfilosoof is, staat letterlijk in dit boek: een professionele roddelaar, een spion  die aan de randen van onze parken en theaters op de loer ligt en iedereen die voorbijkomt een gemene, quasigeestige bijnaam geeft. Deze omschrijving doet de hoofdpersoon geen recht: Hij is een kunstcriticus die op eigen verzoek door zijn blad als oorlogscorrespondent naar De Krim wordt  gestuurd om samen met een oudere collega en een illustrator (tekenaar) verslag te doen van de loopgravenoorlog van de Britten en Fransen tegen de Russen. Een interessant boek met de nodige verschrikkingen incluis: losse ledematen vliegen in het rond, soms nog met andere stukken mens er aan vast. Kortom oorlog! Staat die weer voor de deur? Al is de De Krimoorlog even voorbij en ver van ons bed, maar de wereld is, sinds jaren al, kleiner geworden. Eenvoudige gevolgen voor ons zoals de verhoogde gasprijs en de veel duurder geworden olie en benzine, zijn slechts voorboden, die overkomelijk zijn, maar we moeten niet denken aan een derde Wereldoorlog.

Maar de dagen zijn weer aan het lengen en de pandemie is beheersbaar, maar ik plaats mijn vraagtekens bij de nabije toekomst… Wijsheid, Kracht en Schoonheid zijn nu meer dan nodig!

Broeder Adrianus