Wat ben je daar laat mee is uw eerste reactie: Inderdaad een maand over tijd, maar toch neem ik aan dat geen uwer bezwaar heeft tegen de nieuwe (nog op handen zijnde) nationale feestdag: 1 juli: keti koti (het breken van de ketenen) = de herdenking van de afschaffing in Nederland en Overzeese gebiedsdelen van de slavernij in 1863,

Het zal ons vrije mannen van goede naam aanspreken: vrijheid.

Maar ik kan niet uitsluiten dat menig slavenhandelaar en plantage-eigenaar eveneens vrijmetselaren waren. De vrijmetselarij was nog niet erg algemeen en meer beperkt tot de gegoede burgerij  en echt niet alleen Droogstoppels en Wauwelaars.

Ook de 19^e eeuwse slavenhandelaars en plantage-eigenaren behoorden immers tot de gegoede burgerij en zeker tot de welgestelden. De meesten waren stinkend rijk geworden over de ruggen  van de onvrijen, de tot slaaf gemaakten. Zijn wij vrije mannen van vandaag een haar beter? Laten we het hopen. Wij bouwen nog steeds aan de virtuele tempel van Salomo en zijn daar nog lang niet klaar mee. Hoe komt dat? Zijn we met te weinigen? Hoe komt dat? Zijn we te elitair? In ons rokkostuum, waar menig alleenwonende broeder elke logeavond weer mee worstelt! Zegt u het maar! Was een eenvoudige toga of kiel niet beter om onze gelijkheid uit te stralen? Maar waarom aandacht voor uiterlijk vertoon? Het gaat toch om het innerlijke. Daar moeten we klaar mee zijn! Zolang dat nog niet in orde is, verwacht dan niet dat de wereld in orde komt. “Als uw broeder iets tegen u heeft, zorg dan dat hij het u vergeeft”, dat geldt voor alle intermenselijke contacten. Moeilijk? Je moet de minste kunnen zijn, je ego opzij durven zetten, daar win je meer mee dan je ogenschijnlijk verliest. De ander gelijk geven terwijl die het niet heeft. Vertrouwen hebben in een broeder dat hij het echt wel kan, al geloof je daar niet echt in. Vertrouwen dat de laatsten ooit de eersten zullen zijn.

Vrij zijn betekent ook de ander vrij laten in zijn of haar laten en doen. Ik denk wel eens het mijne van een zaak, u toch ook het uwe? Zoek naar verbinding en dat niet alleen in een onvolgroeide struik, maar leg de verbinding zelf. Ik werd laatst door een broeder gebeld die nog door niemand was gebeld. Zo hoort het: doe het zelf. Wat kan ik voor de ander doen?

Ogen en oren open. Stand vizier en helpen maar en jezelf niet vergeten, zijn wij soms ook slaven? In ieder geval soms wel verslaafd aan tabak, alcohol en sex en vult u verder zelf maar in.: zo onder, zo boven. Zo binnen, zo buiten, .zo slaveneigenaar, zo verslaafd. Elke slaaf heeft een meester en die meester bent u zelf. En wij vertrouwen dat uw meester over u voldaan is. Pas maar op!

Broeder Adrianus