Broeder L. heeft ons in zijn laatste bouwstuk (op de avond voor belangstellenden) inzicht gegeven over de Katharen (in mijn visie de “Reinen”). Het begrip Ketter zou verband houden met de Katharen, hoewel hun reinheid op zijn minst aanvechtbaar is te noemen.

 Ketters zijn de Hoogmoedigen onder de gelovigen. Zij gaan immers tegen de gevestigde leer van de kerk in en beschouwen hun visie als de ware. Daar is inderdaad grote (hoge) moed voor nodig, want vaak eindigden zij op de brandstapel.

 Schreef Augustinus (die overigens zelf ook lichte ketterse neigingen had) niet reeds:

“Hoogmoed is de moeder van alle Ketters”

 Ketters waren de vrijdenkers uit de Middeleeuwwen, geen ongelovigen, maar juist dieper gelovenden. De ketterse leer druiste tegen de geldende kerkelijke opvattingen in. De gevestigde kerk voelde zich aangevallen, vandaar die brandstapel.

 Een leestip tussendoor: Theun de Vries’ magistrale studie: “Ketters” uit 1984 (niet in onze bibliotheek).

 Het hedendaags Nederlands kent nog steeds woorden als: verketteren (heftig veroordelen of aan de kaak stellen) en ketter met als achtervoegsel –beul. –gericht.

 –hoofd, -jacht, -jager, -maker en –proces. Er bestaat zelfs het woord: kettermeester (leerling en gezel ontbreken), dat is een inquisiteur.

 Voor u mij verketterd, hou ik maar op, lees eens column 1 en column 2 . Ongelezen verketteren doen zelfs kettermeesters niet (Sorry voor het “meer-ik”). 

Broeder Adrianus