Als je dit woord bij Google zoekt kom je algauw bij damesschoenen terecht, hoewel ook heren niet zonder hakken
kunnen, althans hun schoenen. Ook vind je misschien wel het negrip: een moderne dansstijl van en voor gabbers (dat
zijn een soort broeders), terwijl wij als vrijmetselaren eerder geneigd zijn aan onze voortdurende en nimmer aflatende
arbeid aan onze ruwe steen (dat zijn wij zelf) te denken.
Ik kwam op dit onderwerp n.a.v. een slecht bezochte avond over moraal en moreel, vergelijk: ritueel en rituaal,
waarbij de –aalversie de theorie behelsd en de –eelversie de praktische toepassing. ( (te) kort samengevat.)
Hakken is dan de praktijkuitvoering van ons streven naar een beter mens te worden (het ideaal) en het resultaat
(ideëel).
Nu hebben wij de neiging om steeds maar door te hakken tot we denken dat onze ruwe steen voldoende bijgehakt is
om inpasbaar te zijn in het te voltooien bouwwerk, of tot we naar het Eeuwige Oosten worden geroepen maar pas op.
Hoewel wij weten nimmer klaar te zijn met onze arbeid, bijhakken blijkt ten enenmale onmogelijk, bij hakken gaat er
steeds meer af en komt er niets bij.
Kapperszaken zouden een goudmijn zijn als ze haar bij kale mensen konden bijknippen.”Bijknippen?” ”Ja graag!”
U begrijpt: als we onze ruwe kantjes er af hakken zodat we allemaal gelijk worden en naadloos inpasbaar zijn in welk
bouwwerk dan ook, dat dan de jeu er ook af is: we moeten geen egale brij worden, juist onze ongeslepen kantjes
maken ons tot wie we zijn en, geloof me, een enkel ruw kantje (dat ons maakt ons tot wie we zijn, ons onderscheiden
van de ander), zal de Opperbouwmeester niet storen. Hij zal de troffel als hakbijl hanteren of het verbindende cement
zijn werk laten doen, zodat we gladjes inpasbaar zijn. Trouwens onze ongelijkheid, onregelmatigheid is ons speciale
kenmerk, hak dat nooit weg anders worden we allemaal aan elkaar gelijkvormig, een eenheidsworst en dat kan toch
niet de bedoeling zijn.
Denk hierbij ook aan de steen die de bouwmeesters verwierpen omdat hij niet aan de bouwtekeningen voldeed, maar
uiteindelijk de onmisbare sluitsteen bleek te zijn (vergelijk het werk van de Merkmeesters). Hak dus ook nooit aan
andermans ruwe steen, je hebt geen idee wat voor moois te wegkapt en kijk ook uit met de arbeid aan je eigen ruwe
steen, ook jouw ruwe kantjes zouden wel eens van onschatbare waarde kunnen zijn. Ken Uzelve.
Ik kom nog even trerug op de aal- en –eelkwestie: de verwarring zit hem ook in het zelfstandig en/of bijvoeglijk
gebruik van deze woorden. Blijf ik met een niet-inpasbare combinatie zitten: De Nederlandse Spoorwegen maken
onderscheid tussen rijdend materiaal en materieel. Wie helpt mij uit de brand? Ik verwacht niet veel antwoorden, want
in uw reacties bent u lauw: op de door mij uitgeschreven prijsvraag van enige maanden (5 tot 7) geleden heb ik nog
steeds geen reacties binnen. Helaas, de inzendtermijn is inmiddels verstreken.
Broeder Adrianus